De derde blog uit een reeks over Acceptance and Commitment Therapy (ACT).
Zolang ik maar alles onder controle heb, dán voel ik me goed!
Herken je die gedachte? Heb jij ook graag de touwtjes in handen en alles tot in de puntjes georganiseerd? Ben jij er ook van overtuigd dat er voor elk probleem wel een oplossing is en doe je kei hard je best om ze allemaal uit de wereld te helpen?
En…word je er nu écht gelukkiger van?
Als je antwoord nu ‘ja’ is, kun je me dan even bellen? Want ik ben ook zo iemand die kost wat kost probeert overal de controle op te houden, maar ik word er niet echt gelukkig van en ben dus erg benieuwd hoe jij dat voor elkaar krijgt!
Alhoewel, inmiddels heb ik geleerd de controle wat meer los te laten en dáár word ik wél gelukkiger van. Maar hoe komt dat eigenlijk?
Controle proberen te houden kost enorm veel energie
De meest herkenbare metafoor hiervoor vind ik nog wel die van de ‘strandbal’.
Misschien herinner je je nog wel dat je (als kind) deze probeerde onder water te houden. Dit lukte natuurlijk maar even en binnen no time floepte de strandbal weer boven de wateroppervlakte uit.
Het onderwater houden kost behoorlijk wat kracht én aandacht. Kracht en aandacht die je op dat moment niet voor andere dingen kunt gebruiken.
En wat is nu eigenlijk het plezier van een strandbal onder water houden? Het is veel leuker wanneer deze spontaan boven het water uitspringt en je er mee speelt!
Dat klinkt heerlijk (eenvoudig), maar de praktijk wijst vaak anders uit.
Wat houdt onze controle-agenda in stand?
Tegenwoordig lijkt ‘geluk’ maakbaar en heel wat mensen geloven dat er zoiets bestaat als een leven zonder stress, angst of het voelen van andere negatieve emoties. Het internet staat immers boordevol tips over hoe je een gelukkig leven kunt hebben, en ook zelfhulpboeken en coaches (ja, schuldig!) reizen de pan uit.
Vaak hebben we het idee dat geluk en genot hetzelfde zijn en dus wordt er op zoek gegaan naar allerlei dingen die ons ‘genot’ geven. Helaas ‘wennen’ we op den duur aan deze prikkels met als gevolg dat we steeds meer en andere dingen willen. Die continue zoektocht naar ‘meer’ is nu niet iets wat gelukkig maakt, aangezien dit steeds een gevoel van gemis en tekortkoming met zich meebrengt.
Maar wat zorgt dan wél voor een gelukkig leven?
Guido Weijers heeft er een heel onderzoek op na gehouden dat hij verwoordt in zijn ‘Masterclass Geluk’ en boekje ‘Boekje waar je BLIJ van wordt’. Zonder voor deze vernoeming betaald te worden: Een aanrader en eyeopener!
Maar goed, minimaal samengevat draait een gelukkig leven niet alleen om genot, maar om zaken als tevredenheid, welbevinden en zingeving. Hierover kan ik nog genoeg schrijven, maar laten we even teruggaan naar wat ‘controle’ daar nu aan bijdraagt en vooral wat niet.
We proberen ons voortdurend vast te klemmen aan ons ‘gelukkig’ gevoel.
Je staat op met een beetje een moe-gevoel. Oplossing? Een kopje koffie en je kunt er weer helemaal tegen! ’s Avonds na het werk plof je moe en voldaan op de bank, even de zinnen verzetten met een glaasje wijn erbij.
Jeetje, die presentatie ging slecht vandaag, ik voel me zo rot, die dure schoenen heb ik wel verdiend. Ik krijg mijn werk met geen mogelijkheid af, dat wordt weer overwerken vanavond. Ik heb zo’n hekel aan poetsen, dat doe ik morgen. Pff, weer de schijn ophouden dat het goed met me gaat, ik meld me wel ziek voor dat feestje. Weer commentaar van mijn baas en nu laat ik ook nog dat kopje uit mijn handen vallen, zie je wel dat ik niks kan. Kom op, niet zeuren gewoon doorgaan, moe of niet, anderen krijgen dit ook voor elkaar. Oh, woonde ik maar ergens in een hutje op hei en had ik met niemand iets te maken.
Klinkt dit bekend?
Dat wil ‘gelukkig’ nog niet zeggen dat je meteen in therapie of zoiets hoeft hoor! Maar het zijn wel enkele voorbeelden van hoe we proberen de controle te houden over onze negatieve gevoelens of gedachten, ofwel datgene dat ons geluk in de weg staat.
Ieder mens heeft zo zijn eigen ‘controle strategieën’.
Deze strategieën zijn te verdelen in:
- Afleiding; door tv kijken, winkelen, hard werken e.d.
- Opgeven; dingen gaan vermijden, uitstelgedrag e.d.
- Denken; o.a. anderen de schuld geven, fantaseren, piekeren, positief denken, bagatelliseren.
- Zelfdestructie; (verslavend) gedrag dat (uiteindelijk) schadelijk is voor je.
Nu is het niet zo dat al deze strategieën meteen negatief zijn. Sommige zijn juist in bepaalde situaties heel effectief en zorgen daadwerkelijk voor een vermindering van het probleem (op de lange termijn). Het gaat er juist om dat we onze strategieën leren kennen die niet zorgen voor een vermindering van het probleem (op de korte termijn), maar juist voor een vergroting (op de lange termijn).
Hoe kun je ‘controle’ op een goede manier inzetten?
Om te weten te komen welke strategieën je helpen en welke niet, is het van belang dat je ze eerst leert herkennen. Dit kun je doen door de volgende vragen eens voor jezelf te beantwoorden.
- Wat wil je vermijden? Welk probleem probeer je te vermijden?
- Wat probeer je allemaal om dit probleem het hoofd te bieden?
- Onder welke categorie(ën) valt de manier waarop je dit doet? (zie strategieën hierboven)
- Hoe pakt dat uit? Draagt het bij aan een vermindering van het probleem? En zo, ja hoe dan?
- Wat kost het je? In geld, energie, gezondheid, relaties, welzijn en tijd?
- Wat was het totaal effect (op de korte en lange termijn)? Ging het probleem weg? Kwam het terug? Werd het erger?
De hoofdvraag is dus, wil ik met mijn strategie iets waardevols bereiken of iets negatiefs vermijden?
Loslaten = anders vasthouden
Deze uitspraak kwam ik een tijd geleden tegen en had betrekking op het nemen van afscheid van een dierbare. Nog altijd komt dit bij mij naar boven wanneer het over ‘loslaten’ gaat.
Controle en loslaten worden meestal als elkaars tegenovergestelde beschouwd. Loslaten voelt tegennatuurlijk, het impliceert ‘iets verliezen’ (controle). Het minimaliseren van verlies is evolutionair voorgeprogrammeerd in ons brein.
Maar zolang we onze ‘niet helpende’ controle strategieën blijven toepassen, zal ons probleem niet minder worden. En wanneer we controle proberen te blijven houden, komt er geen ruimte (kracht en energie) voor andere oplossingen.
In ACT praten we over ‘creatieve hopeloosheid’, ofwel het volledig openstellen voor de realiteit. Het verkrijgen van inzicht in je controlestrategieën biedt je een eerste stap om, vanuit de ‘hopeloze strijd’ met de problemen naar ‘creatieve oplossingen’ te gaan.
Volledig durven loslaten van die controle(strategie) is misschien nog een te grote stap, maar misschien lukt het je (met de verkregen inzichten) al wel om eens ‘anders’ tegen je probleem en controle aan te kijken?
In de volgende blog nemen we onze ‘strijd’ eens verder onder de loop en hoe het fenomeen ‘accepteren’ hierin kan helpen. Al gebruik ikzelf liever het woord ‘toestaan’, want bij mij heeft het nog altijd de associatie met ‘opgeven’.
Ontwikkel jij met me mee naar een ‘controlfreak 3.0’?