De vierde blog uit een reeks over Acceptance and Commitment Therapy (ACT).
Voel je je vervelend? Heb je een probleem? Dan wil je hier meestal zo snel mogelijk vanaf om je weer goed te voelen. Onze eerste reactie is dan ook om de strijd aan te gaan tegen het onaangename in ons leven.
In sommige situaties is deze reactie heel nuttig en helpt het ons om problemen op te lossen. Maar wat nu als het probleem niet zomaar op te lossen is? Wat als we merken dat blijven vechten het probleem alleen maar erger lijkt te maken? Hoe zinvol is het om te blijven vechten en hoe zou het ook anders kunnen?
In deze blog gaan we eens even kijken hoe dat zit, maar laten we beginnen met de vraag:
Waarom hebben we een aangeboren neiging tot strijden?
Je vecht om te voorzien in je behoeften en dat is een aangeboren neiging die in ons DNA zit. Dit komt doordat organismen die zich beter aan kunnen passen aan de omgeving, meer kans hebben om te overleven. Dit vechten om oplossingen te vinden en te voorzien in behoeften biedt dus voordelen, maar ook nadelen.
“It’s not the strongest of the species that survive, nor the most intelligent. But the most responsive to change.” – Charles Darwin
Wanneer een gevecht zinloos is, blijft ons brein toch proberen om oplossingen te vinden voor problemen. Stoppen met vechten en een situatie accepteren is dan ontzettend moeilijk.
Als je maar hard genoeg werkt…
De natuurlijke neiging om continu maar oplossingen te willen vinden, hangt ook samen met het idee dat we ons altijd goed kunnen voelen als we maar hard genoeg werken. Ofwel, je moet toch echt wel elke strijd in je leven kunnen winnen. En lukt dat niet? Dan is er toch echt iets vreselijks misgegaan of mis met je!
Niet echt een heel handige strategie om je goed te voelen toch?
Maar het alternatief ‘de strijd loslaten’ en het probleem accepteren, is dus niet iets waar ons brein (en dus wij) enthousiast van worden. Aangezien acceptatie dus niet leidt tot het oplossen van problemen, zal je brein proberen te blijven vechten om tot een oplossing te komen.
Best lastig dus zo’n oplossingsgericht brein versus jij die de dingen probeert te accepteren zoals ze zijn.
Maar dat oplossingsgericht zijn heeft dus ook voordelen. Wanneer is vechten nu wél de oplossing en wanneer kun je beter werken aan ‘accepteren’?
Pijn en lijden zijn niet hetzelfde
Laten we eerst even 2 dingen uit elkaar halen die je misschien wel als hetzelfde beschouwt: pijn en lijden.
Wanneer je je flink stoot aan de rand van de tafel, dan doet dit pijn. Pijn is een directe gebeurtenis of omstandigheid die onvermijdelijk is. Er gebeurt dus iets waar je op dat moment geen controle over hebt. Nou, ja je had natuurlijk beter uit kunnen kijken (grapje!).
Lijden is wat er daarna ‘gebeurt’. Je begint op jezelf te schelden, baalt van die blauwe plek en ja hoor, wat dom van jezelf dat je niet uitkijkt! Nader bekeken zijn dat allemaal dingen die zich in je hoofd afspelen, de gedachten die je hebt óver wat er gebeurt .
“We lijden alleen als we willen dat de dingen anders zijn dan ze zijn.” – Epictetus
Nu is dit een heel eenvoudig voorbeeld, maar hetzelfde is ook aan de hand bij heftigere dingen in ons leven. Ontslag, het verliezen van een geliefde, angst etc. Ofwel, dingen die direct pijn doen. Deze hebben vaak tot gevolg dat we gaan piekeren over de pijn, vermijden eraan te denken, onszelf moed inspreken, uitstelgedrag vertonen en ga zo maar door. Onze gedachten, die meestal over het verleden of over de toekomst gaan, zorgen voor lijden, maar zijn dus iets anders dan het pijnlijke moment.
Is lijden dan een keuze?
Nu kun je je natuurlijk met alle macht gaan verzetten tegen al die gedachten of ze vermijden door je aandacht op andere dingen te vestigen. Wanneer dit voor je werkt en je probleem lost er mee op dan is dat prima. Maar wat als dan toch die gedachten terug blijven komen? Wat als je maar aan het vechten blijft tegen die gedachten.
Het ervoor ‘kiezen’ om niet te lijden is dus nog niet zo eenvoudig. Zeker niet omdat je aangeboren neiging tot vechten al weer snel de overhand hierin wil nemen. Het is dus niet zomaar van je leven ‘lijden’ naar ‘leiden’.
Hoe geef ik me dan gewonnen?
Ja, dat vroeg ik me ook af. Ik begrijp dat wanneer ik vast blijf houden aan mijn lijden er geen ruimte is voor andere dingen. Wanneer mijn gedachten hier maar over blijven malen, kan ik geen of met moeite plezier aan andere dingen beleven. Maar hoe laat ik het dan los, hoe accepteer ik dan zoals het is? Hoe voel ik mezelf dan niet als een ‘loser’ die opgeeft? En zijn er niet gewoon dingen in het leven die niet te accepteren zijn, omdat ze niet eerlijk of rechtvaardig zijn? Verdient de ander wel dat jij het ‘accepteert’?
Best lastig hoor! Maar laten we eens kijken naar een paar ‘wijs- en waarheden’ waar we eigenlijk niet onderuit kunnen:
- Niet alle problemen kunnen worden opgelost.
- Wat kost het me als ik blijf strijden? En is het me de tijd (of wat dan ook) wel waard?
- Acceptatie heeft niets met rechtvaardigheid te maken. Er is altijd een verschil tussen ‘hoe de wereld zou moeten zijn’ en ‘hoe de wereld daadwerkelijk is’ (de realiteit).
- De ander verdient misschien niet je ‘acceptatie’, maar verdient deze wel je ‘gedachten’ (en dus je tijd)? De ander merkt er niets van, maar jij bent degene die met die gedachten zit!
Je er tegen blijven verzetten is dus eigenlijk zonde van je tijd, zeker aangezien tijd één van je kostbaarste bezitten is.
“Time is more valuable than money. You can get more money, but you cannot get more time.” – Jim Rohn
Accepteren is toestaan
Uiteindelijk kom ik tot de conclusie dat accepteren helemaal niet zo draait om opgeven of een ‘loser’ zijn. Accepteren is meer ‘toestaan’. Toestaan van wat er is, ook de gedachten die je over dingen hebt. Misschien vindt mijn brein dit ook wel een prettigere gedachte.
Alleen al het besef dat er een verschil zit tussen pijn en lijden, dat ik met een afstand mijn gedachten eens kan waarnemen en kan beseffen dat het ‘lijden’ zich alleen in mijn hoofd afspeelt. En hier met een nieuwsgierige blik naar kijken, misschien zelfs wel een beetje om giechelen; “daar zijn ze weer die gedachten die mijn leven zuur proberen te maken!”.
De volgende opdracht heeft mij in elk geval al vaak geholpen om te ‘accepteren’ wat er is.
Wanneer je je niet fijn voelt, spanning voelt of je merkt dat je negatieve gedachten een loopje met je nemen. Stel je zelf dan eens de vraag (van Eckhart Tolle):
“Wat is het probleem NU?”
Dus niet dat je niet weet hoe je nu weer aan een nieuwe baan komt of hoe je het allemaal in je eentje gaat redden. Nee, NU wat is NU het probleem?
Het helpt om even stil te staan bij het moment. Om in te zien dat er vaak NU helemaal geen probleem is, maar dat dit zich in het verleden of toekomst bevindt en dat je er alleen over aan het nadenken bent. Dat nadenken is helemaal prima (dus nee, niet vechten hiertegen), en door je er even bewust van te worden, wordt even ruimte gecreëerd om op een andere manier te kijken en te kiezen wat je ermee doet.
Je probeert dus niet je gedachten te veranderen (dit resultaat vaak in strijd en vermijding), maar ze alleen maar te herkennen en ze toe te staan er te zijn. Laten we het daar dan bij? Nee, later in de stappen van ACT leren we hoe je om kunt gaan met deze gedachten. Maar dat is voor de volgende blog!